Ruud Streefkerk

De bollen die wij Amarylllis noemen behoren eigenlijk tot het geslacht Hippeastrum, een geslacht van bolgewassen uit de Narcisfamillie, afkomstig uit de (sub)tropische gebieden van Mexico en de Caraïben tot in het noorden van Argentinië. Het geslacht omvat zo’n 75 soorten en meer dan 600 hybriden en cultivars. Sommige soorten en hybriden worden algemeen gekweekt vanwege hun grote, opvallende bloemen. De eerste commerciële telers van Hippeastrum waren Nederlandse kwekers die vanaf het begin van de achttiende eeuw verschillende soorten vanuit Zuid-Amerika invoerden en cultiveerden. Het woord Amaryllis is afgeleid van de naam van een herderinnetje uit een verzameling bucolische verhalen uit de Griekse Oudheid, de ‘Idyllen’ van Theocritus, maar eigenlijk is Amaryllis de naam van een ander bolgewas uit dezelfde familie, dat van oorsprong in Afrika voorkwam. Om het nog ingewikkelder te maken vertrokken in 1946 twee Nederlandse kwekers naar Zuid-Afrika om daar Hippeastrum te gaan kweken. Nog steeds komen de meeste gekweekte vormen uit Nederland en Zuid-Afrika. Over het algemeen produceren de Nederlandse bollen eerst bloemen en ontwikkelen pas na de bloei bladeren. Bollen van kwekers uit Zuid-Afrika ontwikkelen tegelijk bloemstengels en bladeren.