Duitsland Deze werken zijn gemaakt op basis van landschappen die ik op mijn reizen door Duitsland ben tegengekomen.

uit 2011 tot 2023 (klik op de afbeelding om het werk groter te bekijken)
stuur een bericht naar de kunstenaar

Kerk Amorbach 4

2023

Amorbach ligt in de Duitse deelstaat Beieren. Volgens de legende riep een plaatselijke graaf de Frankische bisschop Sint Pirmin naar het gebied om een klooster met kapel te stichten ten westen van de huidige stad. Een leerling van Pirmin, een Aquitaniër genaamd Amor, zou het klooster vervolgens in 734 naar zijn huidige locatie hebben verplaatst en naar hem werd de stad genoemd. In de jaren 1735 tot 1740 werd de kerk volledig gerenoveerd in laatbarokke/vroege rococo stijl en rond 1780 werd er het destijds grootste orgel ter wereld geïnstalleerd. In de fresco’s wordt het verhaal van Sint-Benedictus uitgebeeld, die leefde van 480 tot 547 en die de inspirator van de orde der Benedictijners was. Van hem is de beroemde spreuk Ora et Labora: bid en werk. Dat laatste was een revolutionaire uitspraak want kloosterlingen, die vaak van adel waren, vonden tot dan toe ‘handenarbeid’ ver beneden hun waardigheid. De z.g. Regel van Benedictus is een afgewogen ritme van 8 uur bidden, 8 uur werken en 8 uur rusten.

Duif 6

2023

De duif wordt van oudsher door mensen gehouden, als pluimvee of als postduif. Er zijn al tekeningen van tamme duiven gevonden in een Egyptisch graf uit de periode van de vijfde dynastie (+ 2000 voor Chr.). Deze duif zat uit te rusten op een rots in het Pfälzerwald in Duitsland, terwijl hij zijn post nog niet bezorgd had.

Bodstedter Bodden 7

2023

De Bodstedter Bodden is een lagune aan de noordkust van Duitsland ten westen van het eiland Rügen, die deel uitmaakt van de z.g. Darß-Zingster Bodden-keten. Aan de noordkant wordt de lagune van de Oostzee gescheiden door twee delen van een T-vormig schiereiland: Darß en Zingst. Op een enkel punt is de Bodden 10 meter diep, maar over het algemeen is het nergens dieper dan 3 meter. De sterk ingesprongen, met riet omzoomde kustlijn vormt een schilderachtig landschap, met als gevolg dat de dorpen aan de kust populaire toeristische bestemmingen zijn. Het doet mij denken aan de kust van het IJsselmeer, dus een beetje vertrouwd.

Amorbach 6

2023

De stad Amorbach ligt in het noordoostelijke deel van het Odenwald in Beieren, Duitsland. In Amorbach staat een ‘tiendenschuur’, gebouwd in 1488, die al meer dan vijfhonderd jaar een centrale rol speelt in de stad. Een tiendschuur of tiendenschuur is het gebouw waarin tijdens de middeleeuwen de belasting van pachters en boeren aan een kasteelheer of een klooster werd opgeslagen. Veel boeren waren verplicht tot het afdragen van de z.g. tienden, vaak een pachtsom in natura, dus een tiende deel van de oogst, bijv. een van tevoren vastgesteld aantal schoven. Ook in deze schuur werden tienden opgeslagen in de vorm van producten voor de plaatselijke prins. Na uitgebreide verbouwing in de jaren zestig werd het gebouw een bioscoop en tegenwoordig is het een cabarettheater

Peenestrom 1

2022

We staan hier aan de noordkust van Oost-Duitsland en kijken uit op het Oderhaf en het eiland Usedom. De grens tussen Oost-Duitsland en Polen wordt gevormd door de rivier de Oder en het Oderhaf is een estuarium dat gevormd is door die rivier en enkele zijrivieren zoals de Peenestrom. Dit deel van het estuarium wordt beschouwd als de monding van die laatste rivier.

Bodstedter Bodden 13

2022

De Bodstedter Bodden is een lagune aan de noordkust van Duitsland ten westen van het eiland Rügen, die deel uitmaakt van de z.g. Darß-Zingster Bodden-keten. Aan de noordkant wordt de lagune van de Oostzee gescheiden door twee delen van een T-vormig schiereiland: Darß en Zingst. Op een enkel punt is de Bodden 10 meter diep, maar over het algemeen is het nergens dieper dan 3 meter. De sterk ingesprongen, met riet omzoomde kustlijn vormt een schilderachtig landschap, met als gevolg dat de dorpen aan de kust populaire toeristische bestemmingen zijn. Het doet mij denken aan de kust van het IJsselmeer, dus een beetje vertrouwd.

Amorbach 3

2020

De stad Amorbach ligt in het noordoostelijke deel van het Odenwald in Beieren, Duitsland. In Amorbach staat een ‘tiendenschuur’, gebouwd in 1488, die al meer dan vijfhonderd jaar een centrale rol speelt in de stad. Een tiendschuur of tiendenschuur is het gebouw waarin tijdens de middeleeuwen de belasting van pachters en boeren aan een kasteelheer of een klooster werd opgeslagen. Veel boeren waren verplicht tot het afdragen van de z.g. tienden, vaak een pachtsom in natura, dus een tiende deel van de oogst, bijv. een van tevoren vastgesteld aantal schoven. Ook in deze schuur werden tienden opgeslagen in de vorm van producten voor de plaatselijke prins. Na uitgebreide verbouwing in de jaren zestig werd het gebouw een bioscoop en tegenwoordig is het een cabarettheater.

Drachenfels 5

2020

Deze wand van gekleurd zandsteen bevindt zich op de Drachenfels, een typische rotskasteel in de Pfalz in Duitsland, met uitzicht op de stroomopwaartse hoogten van de Rijnvlakte. Aan de westkant zijn overblijfselen van een Romeins fort gevonden en in latere tijden was het een berucht roversnest. De naam van de rots wordt geassocieerd met de draak uit de Nibelungen-saga. Onderin zijn twee holtes, die de ‘drakenkamer’ en de ‘drakengrot’ genoemd worden en inderdaad ziet het zandsteen eruit als de huid van een draak.

Kerk Amorbach 3

2020

Amorbach ligt in de Duitse deelstaat Beieren. Volgens de legende riep een plaatselijke graaf de Frankische bisschop Sint Pirmin naar het gebied om een klooster met kapel te stichten ten westen van de huidige stad. Een leerling van Pirmin, een Aquitaniër genaamd Amor, zou het klooster vervolgens in 734 naar zijn huidige locatie hebben verplaatst en naar hem werd de stad genoemd. In de jaren 1735 tot 1740 werd de kerk volledig gerenoveerd in laatbarokke/vroege rococo stijl en rond 1780 werd er het destijds grootste orgel ter wereld geïnstalleerd. In de fresco’s wordt het verhaal van Sint-Benedictus uitgebeeld, die leefde van 480 tot 547 en die de inspirator van de orde der Benedictijners was. Van hem is de beroemde spreuk Ora et Labora: bid en werk. Dat laatste was een revolutionaire uitspraak want kloosterlingen, die vaak van adel waren, vonden tot dan toe ‘handenarbeid’ ver beneden hun waardigheid. De z.g. Regel van Benedictus is een afgewogen ritme van 8 uur bidden, 8 uur werken en 8 uur rusten.

Wurzen 3

2020

Net even buiten de stad Wurzen  in de buurt van Leipzig in Oost-Duitsland stond deze molen. Nou ja, molen… het was het karkas van wat hoogstwaarschijnlijk eens een molen is geweest. Wurzen, gelegen aan de rivier de Mulde, werd in 600 door Slaven gebouwd en in de 12e eeuw voor het eerst genoemd als stad. In 1637, tijdens de Dertigjarige Oorlog, werd de stad door het Zweedse leger geplunderd en bijna volledig afgebrand. In 1768 kwam Goethe op een reis van Leipzig naar Dresden door Wurzen. Tijdens het lange wachten op de veerboot werd hij geïnspireerd tot een passage in zijn Faust. Streefkerk, die in 2016 langs deze molen in Wurzen kwam, kreeg het idee om er dit werk van te maken.  

Elbe 3

2017

Als je vanaf Nederland naar het Oosten reist, zal je bijna altijd de Elbe moeten oversteken. Nu is dat niet zo’n probleem, want er zijn genoeg bruggen of ponten. De rivier ontspringt in het Reuzengebergte in Tsjechië, komt bij Dresden Duitsland binnen en stroomt vervolgens noord-west-waarts naar Hamburg. Doordat de rivier goed bevaarbaar is, is het voor de handel een belangrijke waterweg. De monding van de Elbe is bij Cuxhaven, waar hij in de Noordzee uitmondt, zeker 15 km breed.

Bodstedter Bodden 1

2016

Deze lagune ligt aan de Oostzee in Pommeren in Noord-Oost Duitsland. Men noemt ze daar Bodden. Deze Bodden worden omsloten door smalle lange landtongen en eilanden, waardoor er slechts smalle verbindingen zijn naar de open zee of aangrenzende lagunes. De oevers zijn over het algemeen met riet begroeid. Vanaf het vasteland stroomt er zoet water de lagune in en met de getijden is er vanuit zee een dagelijks verse zoutwater instroom, die fluctueert met de windrichting en windkracht. Al deze factoren leiden tot schommelende zoutgradiënten en bijzondere ecosystemen in een dynamisch gebied, waar ook plotselinge  veranderingen kunnen optreden, bijvoorbeeld wanneer  oude verbindingen naar de zee door stormvloeden afgesloten worden of nieuwe ontstaan.

Eifel 2

2016

De Eifel is het oostelijke deel van het middelhoge Eifel-Ardennen-plateau. Het ligt ten noorden van de Moezel en ten westen van de Rijn. Het grootste deel ligt in Duitsland, een klein deel in België. Het hoogste punt is de ‘Hohe Acht’ met 747m. In het Tertiair was er in de Eifel sterke vulkanische activiteit. De kraters die ontstaan zijn door explosies van vulkanische gassen hebben zich gevuld met grondwater en worden ‘Maare’ genoemd. De laatste uitbarstingen vonden 10.000 jaar geleden plaats. Onderzoek wijst uit dat dit gebied nog steeds geologisch actief is: het gehele Eifel gebied stijgt 1 à 2 millimeter per jaar. In het verleden kwamen er ook inactieve fases voor van 10.000 à 20.000 jaar, wat doet vermoeden dat toekomstige uitbarstingen nog mogelijk zijn…

Mecklenburger bucht 4

2016

Dit koolzaadveld ligt aan de Mecklenburger Bucht, de grootste baai aan de Duitse Oostzee, vlakbij de vuurtoren van Bastorf. Koolzaad komt oorspronkelijk uit het oostelijke deel van de Middellandse Zee waar de olie werd gebruikt voor consumptie en als lampolie. Vanaf de zeventiende eeuw is koolzaad het belangrijkste oliegewas in Nederland en Noord Duitsland. Maar het gebruik beperkte zich tot lampolie, smeermiddel in stoommachines en de productie van zeep. Want vanwege het hoge gehalte aan erucazuur smaakt koolzaadolie bitter, waardoor het ongeschikt bleef voor menselijke consumptie of veevoer. Maar in de jaren ’70 kwamen er nieuwe erucazuur-arme koolzaadrassen op de markt, waarvan de olie wel voor voedingsdoeleinden gebruikt kon worden en het restproduct, perskoeken, voor veevoer. Nu wordt koolzaad ook gebruikt voor de productie van biobrandstof.

Pfälzer-wald 5

2016

Bij een beekje in het natuurgebied Pfälzerwald in Duitsland zoekt deze zwart-met-blauwe waterjuffer zijn of haar weg. Waterjuffers zijn van libellen te onderscheiden door een aantal kenmerken. Over het algemeen zijn waterjuffers lichter gebouwd en de ogen zijn relatief klein en staan ver uit elkaar. In rust vouwt een waterjuffer de vleugels achter de rug (met uitzondering van de pantserjuffers), terwijl een libel ze gespreid houdt. De larven van beide soorten leven in het water en zijn tamelijk klein, tot ongeveer twee centimeter, met een smal achterlijf. Maar de larven van libellen hebben drie veerachtige staartkieuwen  en daarmee 'straalaandrijving' onder water, terwijl de larven van waterjuffers geen kieuwen hebben en zich voortbewegen door het achterlijf heen en weer te kronkelen. In Nederland zijn de variabele waterjuffer, de watersnuffel en de azuurwaterjuffer de drie algemeenste zwart-met-blauwe juffers. Ze zijn vooral te vinden bij plantenrijke, schone, stilstaande wateren.

Koolmees 1

2015

Volwassen koolmezen zijn circa 14 cm groot, hebben een spanwijdte van 22 tot 25 cm en een gewicht van gemiddeld 17 gram. De koolmees heeft een zwarte kruin, witte wangvlekken, een gele borst en daarop overlangs een zwarte band. Mannetjes zijn te herkennen aan de bredere zwarte band en aan de grotere hoeveelheid zwart tussen de poten en meer glans op de kop. Koolmezen zien elkaar anders dan wij ze zien. Deze groep van vogels kan n.l. heel goed uv-licht waarnemen, in tegenstelling tot de mens en de meeste andere dieren. Uv-gevoeligheid dient om soortgenoten makkelijk te onderscheiden, maar toch niet op te vallen voor roofdieren, die geen uv-licht kunnen waarnemen. Een vrouwtjeskoolmees selecteert haar partner ook op grond van uv-licht: hoe meer uv-weerschijn, hoe beter. Vooral het zwarte bandje/streepje dient om indruk te maken. Daarnaast moet het mannetje ook bewijzen dat hij kan dansen, zingen en haar voeren. Het geschatte aantal koppels koolmezen in Nederland staat op ongeveer 600.000 en stijgt nog steeds. De gemiddelde leeftijd van een koolmees in goede levensomstandigheden bedraagt ongeveer 10 jaar.

Bischofroda 8

2012

Midden in het dorpje Bischofroda  in de Duitse deelstaat Thüringen ligt dit met klaprozen bespikkelde landje. De klaproos is een bekend onkruid, soms massaal aanwezig. Waar Rogge groeit is ook de klaproos te vinden.  De klaproos groeit goed waar de grond verstoord is en arm aan voedingsstoffen, zoals op bouwterreinen, met name op zandgrond. De plant heeft veel zon nodig. Klaprozen ontkiemen wanneer het zaad aan licht wordt blootgesteld, zelfs na een zeer lange periode van duisternis, zoals gebeurde op de Franse en Belgische slagvelden van de eerste wereldoorlog, waar de grond tussen de loopgraven omwoeld werd door granaatinslagen. In Noord-Frankrijk is het dorpje Fleury zo gelaten zoals het aan het einde van de eerste wereldoorlog werd aangetroffen: ruïnes,  velden met onkruid en eindeloos veel klaprozen. Zo werd de klaproos het symbool van ‘La Grande Guerre’ en van niet te vernietigen levenskracht.

Hayn 7

2012

In het voorjaar groeit er tarwe op de velden bij Hayn, een plaatsje in de Duitse Harz. Met hier en daar een rode klaproos plooit het graan zich als een zachte deken over de heuvels. Moeder aarde produceert hier voedsel voor mens en dier. De domesticatie van tarwe begon 10.000 jaren geleden in het Midden Oosten, waarna het gewas zich over de hele aarde heeft verspreid, met o.a. dit resultaat.

Bischofroda 5

2011

Deze bloemenweide ligt in het plaatsje Bischofroda in de Duitse deelstaat Thüringen. Op 1 mei 1920 werd de nieuwe staat Thüringen uitgeroepen. Daarmee kwam een eind aan een hoogst zonderlinge lappendeken van acht kleine vorstendommetjes. Wie voordien door de landstreek Thüringen reisde, wist nooit waar hij was, want elk landje had weer tal van enclaves die in het gebied van de ander verstrooid lagen. Saksen-Meiningen bijvoorbeeld, met een gemiddelde breedte van 15 kilometer, bevatte 14 enclaves van andere vorstendommen, waarvan sommige op de kaart van Duitsland nauwelijks met het blote oog te onderscheiden waren.

Harzcamp Bremer Teich 11

2011

Dit bos ligt in de Harz in Duitsland. Al in 968 werd er melding gemaakt van mijnbouw in dit gebergte. Er werd zilver, koper, lood en zink gewonnen. Met ruim 500 meter diep waren dit rond 1800 de diepste mijnen ter wereld. Hier werden belangrijke uitvindingen gedaan zoals de staalkabel en de ‘fahrkunst’ (kunstladder),  een door waterkracht aangedreven trap die bestond uit twee kabels met treden die heen en weer bewogen. Door van de een naar de ander te stappen kon men afdalen of omhoog gaan. Dit soort trappen kom je nu nog tegen in de ‘cake-walk’ op kermissen