Aan de rand van een grasveld staat deze mooie paddenstoel. Maar wat er onder de grond zit, zien we niet. De paddenstoel zelf is het vruchtlichaam en vormt maar een klein deel van de schimmel, waarvan het grootste deel zich in de bodem bevindt in de vorm van schimmeldraden(hyfen), die samen zwamvlok of mycelium genoemd worden. De snelle groeiwijze, de grillige vormen en de kleuren van paddenstoelen werden vroeger vaak toegeschreven aan tovenarij. Zo zijn er paddenstoelen met namen als duivelsei, satansboleet en heksenboleet. Een heksenkring is een natuurlijk ontstane cirkel van paddenstoelen, doordat de hyfen in een cirkel groeien en de oudere schimmeldraden afsterven. Sommige paddenstoelen, zoals de champignon zijn eetbaar, maar andere soorten kunnen zeer giftig zijn, of psychoactieve of medicinale eigenschappen bezitten.