De amfibieën vormen de overgang tussen water- en landdieren. Kikkers leggen hun eieren in grote klompen kikkerdril in het water. Uit het ei komt een kikkervisje dat alleen in het water kan leven, hij heeft een lange zweepstaart om te zwemmen en kieuwen om mee te ademen. Maar in een paar weken tijd verandert hij: langzamerhand verdwijnt de staart en in plaats daarvan komen pootjes, de kieuwen maken plaats voor longen. Het dier is een echt landdier geworden en klautert de oever op.