Ze zijn snel, en blijven meestal klein: de meeste soorten hagedissen worden inclusief staart niet groter dan 50 cm, slechts enkele soorten bereiken een lengte van meer dan 1m. Sommige hagedissen hebben lichaams-uitsteeksels zoals stekels, kammen, hoorntjes, kragen of zweefvleugels. Ze zijn ontstaan in het Trias maar duidelijke fossielen zijn pas bekend uit het Jura. Omdat ze koudbloedig zijn nemen ze graag een zonnebad om opgewarmd te worden. Er zijn ook hagedissen die alleen voorpoten hebben en een aantal groepen is geheel pootloos. Dergelijke hagedissen kunnen gemakkelijk met slangen worden verward. Slangen zijn dan ook uit een groep van hagedissen ontstaan.